Het einde van de Julisch-Claudische Dynastie (1)
De wrede Keizer Caligula (37-41)
Zijn daden en woorden waren even wreed, zelfs wanneer hij zich aan het amuseren was. Bij de lunch of een ander amusement liet hij mensen ondervragen en martelen. Een soldaat, die zeer goed was in het onthoofden, sloeg de hoofden af van degenen die hij uit de gevangenis liet halen. [...] Wanneer een gladiatorentrainer met hem oefende met houten zwaarden en zich daarbij met opzet liet vallen, doorstak hij hem met een echte dolk. Vervolgens liep hij rond zoals overwinnaars [van een gladiatorengevecht] dat doen: met een palmentak op zijn hoofd. [...] Op een van zijn meer overdadige banketten barstte hij opeens in lachen uit. Wanneer de consuls, die naast hem zaten, beleefd vroegen waarover hij aan het lachen was, antwoordde hij: "Wat denk je? Op een simpel bevel van mij kunnen jullie beide kelen onmiddellijk worden doorgesneden." [...] Zijn gezicht was zeer mager en extreem bleek, zijn lichaam was niet goed gevormd, met een zeer dunne nek en magere benen. [...] Terwijl zijn gezicht al lelijk van nature was, maakte hij het nog erger door voor een spiegel allerlei angstwekkende en griezelige gezichtsuitdrukkingen te oefenen. Hij was noch van geest noch van lichaam gezond. Bewerkingen van Suetonius, Over het leven van de Caesars: Gaius Caligula, XI en L, ca.110 De Romein Gaius Suetonius Tranquillis (69 - na 126) studeert rechten. Hij maakt naam als geleerde en wordt bibliothecaris van keizer Trajanus. Bij diens opvolger, Hadrianus, krijgt hij zelfs de leiding over het secretariaat. In zijn functies heeft hij toegang tot de keizerlijke archieven. Ca. 121 wordt hij van het hof verwijderd omdat hij te familiair omgaat met de keizerin. OpdrachtIdentiteitskaart van de bronQuiz
|